Karin, 64 jaar, woonachtig aan de rand van Gorinchem, trotse oma van 4 kleinkinderen, is 26 jaar geleden gestart bij Syndion. Zonder opleiding maar toen al met een overduidelijk hart voor de zorg. Ze werkt achtereenvolgens op de woonlocaties De Meteoriet en Nicolaas Beetshof en stapt daarna over naar de dagbesteding op de Jan Valsterweg vanwege haar affiniteit met de doelgroep NAH. (Niet-aangeboren-hersenletsel). Inmiddels heeft ze haar opleiding succesvol afgerond en ze wordt begeleider 1. Ze helpt mee bij het opzetten van de NAH groep dagbesteding in Gorinchem en ze wordt coördinerend begeleider op de Beetshof en de Vismarkt. Daarna helpt ze mee bij de oprichting van het arbeidstrainingscentrum in Sleeuwijk. Aan het einde van haar loopbaan stapt ze over naar het flexibele werken bij Fleksybel en ze richt zich volledig op de dagbesteding.
Toen ze twee jaar geleden stopte met werken door vervroegd met pensioen te gaan richtte ze haar aandacht eerst vooral op haar gezin en paste ze op de vier kleinkinderen. Toen de oudste twee kleinkinderen naar de basisschool gingen, begon Karin de fijne band met de cliënten en collega’s steeds meer te missen en ze startte met haar vrijwilligerswerk. Hier heeft ze geen seconde spijt van gehad.
Van betekenis
Ze stapt op dinsdagochtend op de fiets naar het DAC Gorinchem en ze gaat daar met de cliënten in de keuken aan de slag. Het DAC Gorinchem is een dagactiviteitencentrum waar (vooral) jongeren met een verstandelijke beperking werken. Karin begeleidt een groep van 6 à 8 cliënten. Als ze aankomt dan weten de cliënten het al: ze trekken allemaal hun schorten aan, de handen worden gewassen en ze gaan gezellig met elkaar aan de slag. De groenten worden (voorzichtig) gesneden, er is een gezellige sfeer en de grapjes zijn niet van de lucht. Aan het eind van de ochtend fietst Karin met een goed gevoel weer naar huis in de wetenschap dat ze iets heeft kunnen betekenen voor de cliënten.
Op woensdagavond vult Karin haar tas met zwembadspullen om vervolgens in het Caribabad met andere vrijwilligers met een groep van 8 of 9 cliënten te gaan zwemmen. Het zijn bewoners van de Haarstraat in Gorinchem. De begeleiding is 1 op 1 (nodig) en Karin en de andere vrijwilligers geven ondersteuning bij het aan- en uitkleden en zwemmen vervolgens een uurtje gezamenlijk met de cliënten. Deze zwem activiteit is een goed voorbeeld van een activiteit die echt alleen mogelijk is en wordt gemaakt door de inzet van de vrijwilligers. Dit maakt het vrijwilligerswerk extra waardevol want Karin en haar collega’s vrijwilligers weten dat ze ertoe doen.
Rode draad
Karin is en blijft een vrouw met hart voor de zorg. Ze vindt de cliënten heel leuk en ze wil graag iets bijdragen aan hun welzijn. Door het werk van vrijwilligers is er ook wat lucht voor de vaste begeleiders die ook altijd nog een administratieve verantwoordelijkheid hebben. Karin ziet een rode draad bij het werken in de gehandicaptenzorg: “cliënten wonen en werken niet voor hun plezier bij Syndion, maar ze moeten wel met plezier kúnnen wonen en werken bij Syndion”. En daar wil Karin haar steentje graag aan bijdragen.
Heeft Karin nog een tip voor andere (potentiële) vrijwilligers?
Kort en krachtig zegt ze: “Doen!”
En hoe zat het nou met dat toveren, aan het begin van deze tekst? Karin zingt graag en is fan van Herman van Veen. Op die manier zingt ze vaak tijdens het soep maken het liedje “Als ik kon toveren…..”. Lekker toepasselijk volgens Karin. Als ze kon toveren dan zou ze de cliënten toewensen dat ze geen beperking meer hadden. Als dat zo was, zou het betekenen dat Karin geen werk meer zou hebben.